
Je ziet in het plaatje 22 plaatjes van het brein. We kijken zo van boven (nummer 1) naar beneden (nummer 22) van boven op het brein. Eigenlijk zijn het dus 22 slices van het brein die elk 5 mm dik zijn.
Dit is het resultaat als je iemand in de scanner afwisselend naar een fixatiepunt, gezichten, huizen en bloemen laat kijken. Van een punt dat significant oplichtte na een statistische test is de graph (ter illustratie). Hoe geler het plekje in het brein, hoe actiever deze area is wanneer we in deze analyse huizen vergelijken met gezichten en bloemen. De lijn in de graph is het signaal dat we gemeten hebben gedurende het hele experiment. Lichtgrijs = fixatie, groen = gezichten, blauw = huizen en donkergrijs = bloemen. In de graph zie je nu grofweg een piek tijdens of vlak na de blauwe verticale kolommen, wat betekent dat dit gebiedje dat we nu specifiek in de hersenen bekijken het sterkst reageert op huizen (vergeleken met bloemen en gezichten).
No comments:
Post a Comment